Op de eerste avond van de vogelcursus die afgelopen donderdag 15 maart weer van start is gegaan, hebben zich zo’n 25 belangstellenden in het Trefpunt verzameld.

Na het welkomstwoord door voorzitter Hans Sanders, vertelt Aria van Ballegooie de groep aan de hand van een diapresentatie allerlei weetjes over tuinvogels.
Spreeuw, merel, zanglijster en huismus, kauw, koolmees en pimpelmees, heggemus, winterkoning en roodborst, ze kwamen allemaal in beeld en geluid voorbij.
Na de pauze is het woord aan Jesse Keizer die de cursisten inwijdt in de geheimen van de vogelbiologie, ecologie en topografie van vogels: informatie die de beginnend vogelaar moet helpen bij het herkennen van de vogels.

Om het geleerde van de afgelopen week in praktijk te brengen, komt de groep op zaterdagochtend 17 maart om 8 uur in Ommoord bijeen aan het Kikkerpad voor de aansluitende veldles over tuinvogels.

Het is bar koud en er staat een stevige oostenwind, waardoor de gevoelstemperatuur erg onaangenaam is. Sneeuwvlokken dwarrelen lui naar de bevroren grond.
De groep wordt in tweeën gesplitst, die elk in tegenovergestelde richting op pad gaan voor een twee uur durende wandeling.

De groep onder leiding van Hans Sanders, stapt in flink tempo naar het Ommoordse Veld waar weilandjes, slootjes, knotwilgen, hogere en lagere begroeiing het landschap vormen. Door de kou zijn er weinig vogels te horen, maar in het struweel wipt zo af en toe een winterkoning en roodborst op zoek iets eetbaars. Kokmeeuwen, wilde eenden en meerkoeten hebben zoals gebruikelijk de nacht midden op de grote waterplas doorgebracht, waar ze veilig zijn voor predatoren. In de hoge bomen zitten een paar houtduiven en erboven cirkelt een groepje kauwen. Een zwarte kraai doet zich op het pad tegoed aan een stuk rottend fruit.

In het moerasachtige Ommoordse Veld (‘moor’ is de oude benaming voor moeras) groeien vanaf mei vele verschillende soorten orchideeën, maar nu treffen we er een handvol grauwe ganzen en nijlganzen aan die hun kostje bij elkaar scharrelen op de licht besneeuwde velden.

{gallery}2018/Birgitte/maart/vogelexcursie/wilg{/gallery}

Het wandelpad voert langs het water naar kinderboerderij De Blijde Wei. In de geknotte wilgenstammen zit her en der een gat dat best weleens beschutting zou kunnen bieden aan een steenuiltje. We zien hem niet, maar volgens gids Hans zijn ze vast wel in de buurt.
Af en toe wordt een merel gehoord en nog wat roodborstjes, maar voor de rest blijft het behoorlijk stil.

De groep verlaat dit gebied en steekt de President Wilsonweg over naar de Wijktuin.
Een onverwacht mooi stuk natuur midden tussen flatgebouwen, met elementen als vennen en moerasjes, grotere waterpartijen met rietkragen, grasland met groepen knotwilgen, hoge elzen en dichtgegroeid struweel. Beschut tussen de hoge gebouwen van de woonwijk is het hier iets aangenamer om te wandelen. Bovendien zijn hier ook zichtbaar meer vogels.

Een aantal hongerige loopeenden komt bedelen. Wilde eenden, meeuwen, meerkoeten en waterhoentjes blijven dobberen op het water. Hier en daar staat de gele kornoelje in bloei.

Merels fluiten naar elkaar, roodborst en winterkoning springen door het lage struikgewas en hoog in de bomen van dit vijftig jaar oude parkje ontwaren we een groep koperwieken.

We horen een specht roffelen en alle ogen zijn nu gericht op de hogere bomen in afwachting van die bijzondere vogel. Niet veel later wijzen vele handen in de richting van een boom: daar zit hij. Kleiner dan verwacht, maar wel prachtig getekend. Er zitten meerdere exemplaren.

Merelmannen zijn druk in de weer om hun territorium te verdedigen, roodborsten doen hetzelfde met hun eigen soortgenoten en ook de winterkoninkjes laten zich wat dit betreft ook niet uit hun gebied verjagen. Koperwieken doen zich nog tegoed aan wat achtergebleven rozenbottels en bessen.

Na een uur houd ik het voor gezien en loop terug naar de auto. Best wel bijzonder om midden tussen die hoge flatgebouwen zo’n bonte verzameling van vogels en planten aan te treffen.

Tekst en foto’s: Jan Smith

De groep van Aria zag ook nog barmsijzen, sijzen, koperwieken (van zeer dichtbij) en een boomkruiper (opgemerkt door een cursist!).

Uiteindelijk liepen beide groepen maar 1,5 uur vanwege de kou en de te stille vogels. In deze 1,5 uur werd toch bijna 4 km afgelegd waardoor de voeten in ieder geval op temperatuur bleven.