Van de natuurwerkers bij monde van Cor hoor ik dat er weer flink gewerkt is in de Wiebertjes. Was er in het najaar al gesnoeid en gemaaid, zodat er aardige doorkijkjes ontstonden, nu is er dusdanig huisgehouden dat je wat overzicht hebt over hoe het in elkaar zit. Het Wiebertjespatroon is vanaf het natuurpad en de weg zichtbaar. Het is hier en daar is het nog wat modderig, maar zonder laarzen te doen. Ik kom een stel tegen dat er niet echt op gekleed is. Zal ik? Nee, niet mee bemoeien.
Is er op deze zonovergoten februarimiddag al wat leven in de brouwerij? Ik hoor de mini-mitrailleur van de winterkoning, en een trillertje dat ik toeschrijf aan de roodborst. Een fazant kruist letterlijk mijn pad en op het water maken futen elkaar het hof. Een paar kleine bruine vogeltjes vliegen op uit een struik, maar zolang dit type niet langdurig stilzit kan ik er niets van maken. En de niet te missen meerkoet, zoals een mede-wandelaar wel eens zegt: meermeerkoeten.
Het fluitenkruid kondigt zich met blad al aan, evenals de rozetten van ongetwijfeld distels. En net als ik denk “nog geen vroege bloeiers hier” stuit ik op een paar bosjes klein hoefblad, die al druk bezocht worden door de grasbij, niet dat ik die als zodanig herken maar Obsidentify helpt me uit de brand. De grasbij vliegt vroeg uit, meestal te beginnen in maart. Composieten als klein hoefblad en paardenbloem zijn favoriet.
Langs het Ridderspoorpad aan de andere kant staan overal sneeuwklokjes, hoe raken die hier nu verwilderd? Vanaf deze weg kun je overigens ook mooi de Wiebertjes inkijken, uniek in deze tijd van het jaar.
Wat een geweldig leuk gebiedje is het!
Tekst en foto’s: Josien Hofs