Na overleg met Staatsbosbeheer (SBB) hebben wij de vrijheid gekregen om in een deel van het Lage Bergse Bos (LBB) te starten met een natuurgericht bosbeheer. In een natuurlijk bos vind je een grote variatie in leeftijd en soorten van bomen en struiken, en vooral ook vinden we er voldoende dood hout. In de voor de natuur belangrijke buitenkant van het LBB gaan we in een perceel oude wilgen (met weinig ondergroei) een start maken met een natuurgericht bosbeheer.

We zijn deze week samen met SBB gestart door 12 grote bomen te ringen, met het doel dood hout op stam en licht op de bodem te krijgen. Rondom deze bomen planten we in cirkels 20 tot 40 stekken van een soort boom, in ons geval eiken, berken of katwilgen, in de randen planten we allerlei besdragende soorten zoals zwarte bes, kers en hazelaar.

Het voordeel van dit beheer is dat je geen kapvlaktes krijgt, er geen houtafvoer nodig is, maar wel het bos op termijn verjongt en ondergroei de kans krijgt zich te ontwikkelen.
Het is niet de bedoeling dat wij het bos blijvend gaan beheren, dat doet SBB, zij gaan waar mogelijk ook op deze manier werken.

Wat ons opviel in het bosperceel was het geaccidenteerde terrein met hoge en vooral lage natte delen waar we de katwilgen hebben geplant. Her en der liggen er omgevallen wilgen, een groeiplaats voor paddenstoelen en larven van insecten.

Rien van der Vorm