Afgelopen dinsdagavond – 25 februari – kregen we een lezing van Dominic Dijkshoorn over de hommels in het algemeen en specifiek over hommels in het Rotta gebied. Dominic is Rotta lid en als vrijwilliger werkzaam bij EIS kenniscentrum insecten; zijn specialiteit is hommels.

Hommel © Marcel van Veelen
De onderwerpen die aan bod kwamen waren: levenswijze, ecologie, bedreigingen en herkenning van de hommels. Momenteel zijn er 21 soorten hommels die in het Rotta gebied voorkomen waarvan meer dan de helft recent nog in het werkgebied is gezien. Totaal zijn er in Nederland 29 verschillende hommels.
Hoe kun je de hommel herkennen?
De hommel is een bijensoort die meestal groter is dan de andere bijen en ze hebben meer haar dan andere bijensoorten.
Bij een aantal soorten hebben de vrouwtjeshommels een pollenkorfje op de achterpoten. De buitenkant van de scheen van de achterpoot is breed, glad en glimmend. Op deze plek bewaart de hommel haar stuifmeelbolletje.
De levenscyclus van een hommel
Net als de honingbij is de hommel een sociale bij. Dit betekent dat ze in een volk samenleven. Een hommelnest begint met alleen een hommelkoningin. Aan het einde van de zomer wordt zij bevrucht en in de winter zoekt ze een schuilplek om de overwinteren. Als het voorjaar wordt, komt ze tevoorschijn en gaat ze op zoek naar eten. Vervolgens gaat ze aan de slag met het bouwen van een nest.
Sommige hommelsoorten doen dit onder de grond. Andere soorten kiezen weer voor een nestje boven de grond, tussen graspollen of in een holle boom. Uit de eerste eieren in het nest komen de werksters. Zij houden zich bezig met de bouw van het nest en het verzamelen van voedsel. Later in de zomer komen er alleen nog mannetjes en nieuwe koninginnen uit de eieren. Als deze het nest verlaten, begint de hele cyclus van de hommel weer opnieuw.

Hommel levenscyclus. Bron: Stichting EIS https://www.bestuivers.nl/actueel/het-raadsel-van-de-overwinterende-akkerhommels
Helaas gaat de hoeveelheid hommels sneller achteruit dan de andere bijen. Oorzaken zijn vooral verkeerd maaibeleid, pesticiden, klimaatverandering en intensieve landbouw
Verschil tussen hommels en bijen
- Hommels zijn actief bij lage temperaturen rond de 10°C, terwijl honingbijen actief worden bij hogere temperaturen.
- Hommels zijn ook actief op bewolkte, mistige en regenachtige dagen. Honingbijen zijn minder actief bij weinig licht.
- Hommels werken vroeger in de ochtend en later in de avonduren.
- Hommels bestuiven bloemen via een methode die ‘buzz-pollination’ wordt genoemd. Hierdoor kan een hommel in één bezoek een bloem bestuiven. Een honingbij moet een bloem meestal 7-10 keer bezoeken voordat deze volledig bestoven is.
- Hommels missen het geavanceerde communicatiesysteem van honingbijen en zullen je gewas minder snel verlaten voor aantrekkelijkere bloemen.
- Hommels zijn veel efficiëntere bestuivers dan honingbijen, ze zoeken voornamelijk naar stuifmeel in plaats van nectar en brengen bij elk bezoek meer stuifmeel over naar de stampers.
- Hommels zorgen voor meer kruisbestuiving en bezoeken veel meer bloemen per minuut.
Meer informatie over hommels
- Onderzoek naar overwinterende hommels: link
- Burgeronderzoek dode hommels: link
- Het Meetnet Hommels: https://www.bestuivers.nl/meetnethommels of direct aanmelden via meetnethommels@naturalis.nl
- Wil je meer weten over hommels dan kun je een boekje bestellen via https://www.eis-nederland.nl/veldtabellen
Meetnet Hommels
Iedereen kan beginnen met tellen in het Meetnet Hommels. Beginners kunnen starten met het tellen van hommels op aantal. Gevorderden kunnen meteen beginnen met de verschillende hommels op soort te tellen. Dus ook als je nog geen hommelsoorten kunt onderscheiden ben je welkom bij het Meetnet Hommels en kun je een belangrijke bijdrage leveren.
Voor nieuwe tellers hebben we een Welkomstpakket met drie boekjes over hommels en bestuivers, waaronder de Basisgids Hommels. Ook organiseren we elk seizoen een gratis online cursus hommels herkennen. Verder zijn wij beschikbaar voor ondersteuning van de tellers via het mailadres meetnethommels@naturalis.nl
Verslag: Marcel van Veelen