In het open stuk van het Nessebos is het goeddeels een grassige bedoening, met veel veldzuring, brandnetel, smeerwortel en akkerdistels. Het is meteen een test voor mijn nieuwe wandelschoenen: ja hoera, ze zijn waterdicht ook als ik door het kletsnatte gras loop. En, verrassend, midden in dat stuk ineens tandzaad, thuis opgezocht en het blijkt veerdelig tandzaad. Niet dat dat nu zo zeldzaam is, maar in onze directe omgeving struikel je er ook niet over. Langs het water tref ik, behalve heel veel riet, blaartrekkende boterbloem en wolfspoot. Op de plas vooral grauwe ganzen en meerkoeten.

Heelblaadjes

Even bezuiden het plasje aan de kant van het Karremanpad is een stuk wat uitgegraven zodat daar een vochtige laagte gecreëerd is. En daar is inmiddels een kleine weelde ontstaan, ik telde er zo’n 30 verschillende planten, onder meer wilde bertram, heelblaadjes, moerasrolklaver, kattenstaart, waterpeper, en tot mijn verbazing nog wat echte koekoeksbloem, zij het dat ze er wat prutserig uitzien.

Vier vlindersoorten zie ik: groot koolwitje, kleine vuurvlinder, landkaartje en dagpauwoog. En er zijn nog volop hommels en bijvliegen aan het foerageren. Het trekt ook de aandacht van passanten.

Wilde bertram met kleine vuurvlinder

Het feit dat het in de rest van het gebied wat saaier oogt komt door de schapenbegrazing. Zoals bekend lusten die beesten alles, en dat komt op zo’n stukje natuur de diversiteit niet ten goede. Hopelijk wordt het bloemrijke deel daarbij ontzien.

Het stuk aan de overkant van de Nesseweg rondom de imkerij van het Ambrosiusgilde ziet er weer heel anders uit, met doorgroeide duizendknoop en wollige andoorn, in de volksmond ezelsoor genoemd. Het wordt het welzijnsbos genoemd, geen idee waarom.

Het stuk tussen de Nesseweg en de Wollefoppenweg ligt wat hoger dan de omgeving. Dat komt omdat het een van de weinig niet afgegraven stukken veen is, waarschijnlijk omdat de kwaliteit van het veen minder was. Vandaar dat planten als waterpeper en wilde bertram het hier aardig doen. De plasjes zijn uitgegraven, en ook de laagte waarin de bloemen staan, alles om de diversiteit te bevorderen en er tegelijk een wandelmogelijkheid te creëren voor de omliggende wijken Ommoord en Zevenkamp.

Er zijn vier toegangspoortjes, het deel waar de bloemenweide is kan bereikt worden via het Karremanpad. Langs de Nesseweg is een parkeerplaatsje.
Een deel van de planten die ik er zag zijn (met foto’s) vermeld op rotta.waarneming.nl.

Blauw glidkruid

Tekst en foto’s: Josien Hofs