Een zonovergoten zaterdagochtend lokt zo’n 20 leden naar de Expeditie Rotta, dit keer bij de Melkschuur, oftewel de Zuidpolder, zogenaamde nieuwe natuur, beheerd door Natuurmonumenten. We splitsen op in twee groepen. Voor we echt beginnen wordt er alvast even gespeurd op de bloemrijke parkeerplaats van station Rodenrijs, oftewel De Groene Halte, waar veel is ingezaaid maar ook veel ‘free riders’ aan komen waaien om samen een bont geheel te vormen.
We zijn nog maar nauwelijks op weg of we zien iets bijzonders aan een akkerdistel: het is een forse gal van de akkerdistelgalboorvlieg. We gaan nog meer gallen tegenkomen, voornamelijk op eikenblad en op een eikel, die van de knoppergalwesp. Over wespen gesproken: we ontmoeten de geel gestreepte wespspin die druk bezig is om iets te fabriceren om toekomstige prooien te vangen.
De zangvogels zijn grotendeels uitgezongen. De meeste jongen zijn nu zelfstandig en het is tijd voor het vernieuwen van het verenkleed. We zien dat het najaar nadert: een jonge purperreiger, langzamerhand al op weg naar Afrika, waar hij zal overwinteren. Ook zien we een blauwe reiger en een grote zilverreiger.
Plotseling zien we een witte tijger het fietspad oversteken! De donkere, harige rups doet zijn best om zo snel mogelijk naar de andere kant van het fietspad te komen. Door een voet voor hem te plaatsen dwingen we de rups even te pauzeren voor de fotografen. Daarna begeleiden we hem veilig naar de andere, dicht begroeide berm.
De naam witte tijger voor een grijsbruine rups roept vragen op. De nachtvlinder waarin de rups het volgend jaar verandert, verklaart een deel van de naam: het is een grote witte vlinder met donkere vlekjes.
Er staat, al is het augustus, nog veel in bloei. Dat is het leuke van dit gebied, er is altijd iets te zien. Van de inzaai zien we nu vooral glad walstro, rolklaver, pastinaak en knoopkruid. Diverse distelsoorten, harig wilgenroosje en grote kattenstaart maken het boeket compleet.
De struinpaden zijn gemaaid, dus het struinen vormt een niet al te grote uitdaging deze keer. De vogelwikke staat mooi in bloei, en dat hele fijne bosje van een wikkesoort, is dat ringelwikke? Nee, een van de deelnemers prutst een boontje open en zie, 4 zaden, dus de vierzadige wikke. Zo mooi hoe de details ons steeds weer bij de les houden.
De twee uur vliegen om, en met wie nog tijd en zin had doen we nog ‘even een bakkie’ bij de Pannekoe.
Verslag en foto’s: Josien Hofs en Dick Hoek