We starten bij Natuurmonumenten in Rheden. Voor het infocentrum/restaurant moesten we geduld hebben omdat het pas opende om 10 uur.
Het glooiende heidelandschap van de Posbank © Dick Hoek
We beginnen bij de ‘zwarte route’ naar de Posbank. Aanvankelijk lopen we door een iets parkachtige omgeving. Met glooiend landschap dat later overgaat in grote stuwwallen, ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd, 150.000 jaar geleden. Al snel een statige lindeboom. Doordat de linde in een open veld staat, kan ze ongestoord rondom tot vol ornaat uitgroeien. Onder het bladerdak van de linde zien we enkele schapen. De bloei van de linde is nu voorbij, maar elk jaar rond eind juni geurt hier de bloesem in wijde omtrek en vele bijen en hommels komen er op af. Mijn ervaring is dat je vele dode hommels kunt vinden onder de lindebomen tijdens deze geurende weken. De zomer kan beginnen. Thee van de lindebloesem smaakt honingzoet en bloemachtig. De thee drijft vocht af via de huid.
Tijdens de wandeling merk je goed dat het einde van de zomer nabij is. De herfst nadert. Veel bladeren beginnen te verdorren en te verkleuren. De volle kracht en kleur vermindert. Soms ruikt je het zelfs even. Er zitten al bessen/vruchten/zaden aan de bomen, struiken en kruidachtige planten, onder andere bij de meidoorn, braam, lijsterbes, zomereik, appel. Lage struikjes van de blauwe bosbes zijn ook veel aanwezig, meestal zonder vruchten. Toch nog enkele bessen kunnen eten. Jumm, jumm.
In de schaduw van de beuken © Dick Hoek
In de diepe schaduw van de beukenbomen groeit bijna niets, kale grond. Onder beuken zijn al de eerste zaaddozen te zien. Beukennootjes even bakken in boter of olie of roosteren. Probeer het maar eens, eet smakelijk.
Aanvankelijk moesten we even zoeken naar de zwarte schildjes van de wandelroute. Met elkaar praten en zwarte schildjes op de donkere paaltjes gaven aanleiding tot verdwalen. Maar Henk bracht ons snel terug op het juiste pad. Vanaf die tijd was iedereen alert. We hoorden onderweg de grote bonte specht, kuifmees, boomkruiper, boomklever, holenduif en houtduif. Dick moest ons er op attenderen. Zijn oren doen het prima. Wij waren Oost-Indisch doof of te diep in gesprek. Adelaarsvaren was regelmatig volop te zien. Ook hoorden we de glanskopmees met zijn snelle roep: tsip, tsip, tsip, tsip.
We zien planten als gewone hennepnetel, klein springzaad en vingerhoedskruid. De reuzenbalsemien, met haar zoete geur. Als kwekersdochter van groenten en fruit zal ik de geuren en smaken niet vergeten: het fruit lag dan te geuren in de veilingkisten of je rook het als je langs de bomen en planten liep. De reuzenbalsemien is een exoot uit de Himalaya en India. Van reuzenbalsemien kun je bij rijpe zaaddozen (zelf) de zaden doen wegspringen door deze licht in te knijpen.
Onderweg richting Posbank kwamen we een familie kneu tegen, helaas zelf niet gezien. Vele vogels lieten hun zang en het showen van hun verenkleed achterwege. Wacht maar af tot de lente weer begint of de ruitijd achterwege is.
Bloeiende valse salie © Dick Hoek
Het landschap ging over van bosrijk in heidevelden, bedekt met een prachtige paarse gloed. We zagen tormentil, die houdt van zure grond. Laag bij de grond en vier kleine gele bloemblaadjes rond de stamper. Zelf zag ik een struikje dopheide. Misschien hebben meerdere het gezien. Dick attendeerde ons op een zeldzaam klein plantje, dwergviltkruid, en op valse salie, deze zagen we regelmatig terug. Het doet denken aan echte salie, een bekend keukenkruid. De bloemstengel, met vele bloemetjes rondom, had al overal zaaddozen.
Mestkever © Dick Hoek
We pletten regelmatig per ongeluk mestkevers. Meerdere mestkevers vochten om een dood insect met grote vleugels (ze leven ook van aas) of brachten het insect naar hun nest/hol, wat ze ook doen met de mestballetjes die ze maken.
Vanaf de Posbank gingen we over op de paarse wandelroute. Daar zagen we veel wroetplekken van wilde zwijnen en enkele modderpoelen voor ze. Soms, nu niet opgemerkt, zie je bij modderpoelen een schuurplek aan een boom van wilde zwijnen.
Een gal van de ananasgalwesp op zomereik © Dick Hoek
Ananasgallen zaten aan de twijgen van een zomereik. De lunch gebruikten we in een stuk bos. Ieder zocht een plekje op boomstronken of boomstammen. Daar hoorde ik steeds een geluid, deed me denken aan een sprinkhaanzanger. Dick loste het raadsel op: een sprinkhanensoort! Bij een waterplek met begroeiing rondom zagen we kleurrijke grote libellen. De libellen waren te hyperactief voor het vastleggen of om te identificeren. Er groeide ook pitrus en waterpeper.
Terug bij de Posbank is het tijd voor koffie en iets lekkers erbij. Het laatste deel van de zwarte route krijgen we meer zon, met mooie wolken aan de blauwe hemel. We zien hier een solitaire tamme kastanje. Een vreemde plek voor een tamme kastanje? Verderop een zomereik en een vliegden. Deze twee laatsten stonden ieder boven op een stuwwal van paarse heide. Verder zagen we nog wilde peen en toorts. Ook biggenkruid waarvan het bladrozet op de grond ligt. De bladeren zijn stug en behaard. Tevens struiken van uitgebloeide brem en gaspeldoorn. En planten als hengel, cichorei en gewone berenklauw.
Allemaal hartelijk dank. Vooral dank aan Henk en Dick voor deze bijzondere excursie.
Verslag: Riekje Waninge
Foto’s: Dick Hoek