Roergangers: Kees van Krimpen en Dick Hoek. Natuurgids: Dick Hoek. Aantal deelnemers: 14.

Amsterdamse Waterleiding Duinen © Aria van Ballegoie

Een groep damherten in de stuivende duinen van De Blink © Dick Hoek

We maken een wandeling om de Blink, de zogenaamde Zandhagedisroute. Deze route loopt langs bollenvelden, bloemrijke graslanden, bossen, duinen en strand. Dit duingebied de Blink is genoemd naar al die blinkende zandverstuivingen. Sommige bollenvelden (vroeger duingebied) zijn weer teruggegeven aan de natuur. In de Amsterdamse Waterleiding Duinen wordt voorgezuiverd rivierwater ingelaten. Het drinkwater dat hier wordt opgepompt is van zeer goede kwaliteit. Zoals ik al eens eerder heb geschreven: Monica van Kleef en ik zijn met dat water grootgebracht. De Blink is een gebied voor vogels, vlinders en damherten, kortom: een klein paradijsje. Duinen werden vroeger beplant met dennen om het stuiven van het zand tegen te gaan en voor het stuthout voor de kolenmijnen in Zuid-Limburg. De dennen worden langzamerhand vervangen door loofbomen. Deze doen het beter op deze grond.
Op weg er naar toe zien we in de middenberm van de snelweg grote planten staan: gevlekte scheerling. Deze planten lijken op het eerste gezicht op uit de hand gelopen fluitenkruid. Fluitenkruid is echter al uitgebloeid. Het gif dat Socrates (een beroemde Griekse filosoof) moest drinken is geperst uit de gevlekte scheerling. Een plant dus om van af te blijven. Ook zien we in de middenberm veel vingerhoedskruid. De middenbermen worden maar eens per jaar gemaaid. Je moet er een hele rijbaan voor afsluiten, dus die planten krijgen volop de gelegenheid om groot te groeien en om zich volledig uit te zaaien.

Bos in de Amsterdamse Waterleiding Duinen © Aria van Ballegoie

Aan het begin van de wandeling worden we meteen al verrast met allerlei vogelgeluiden. Voor de mensen die houden van lijstjes en inventarisaties volgt hier een opsomming van gehoorde en geziene vogels: braamsluiper, tjiftjafs met hun schelle, doordringende roep, fitis, holenduif, een vink met zijn bekende slag, zwartkop, u weet wel, die snelle merel, winterkoning, een merel die een gaai verjaagt (“wegwezen jij en afblijven van mijn jongen”), een grote bonte specht met zijn bek vol libellen. Hij wil de plaats van zijn nest niet verraden en hij blijft zitten tot wij uit zijn ogen verdwenen zijn. Heel veel nachtegalen met een grote variëteit aan geluiden, een koekoek, een spotvogel met zijn nasale gezang, tuinfluiter, boompieper, koolmees (van Garry Bakker mag ik niet zeggen dat het geluid van een koolmees op een fietspomp lijkt, want zijn fietspomp maakt een heel ander geluid), roodborst, gekraagde roodstaart, groenling, twee zanglijsters op de grond, sprinkhaanzanger, kneu, grasmus en onze eigen boerenzwaluw die nog aan het bijkomen is van zijn lange reis naar Zuid-Afrika en terug.

Bloeiende rimpelroos © Piet Mulder

Veldhondstong © Piet Mulder

De belangstelling gaat niet alleen uit naar vogels, er is ook veel belangstelling voor de planten die hier groeien. We zien een rimpelroos (afkomstig uit Oost-Azië), veldhondstong, de zaden van deze plant blijven aan de vacht van een dier “plakken”, pijpbloem, zomereik (de bladeren zitten pal op de stam en de eikels hangen aan lange steeltjes, bij de wintereik is dat net andersom), meidoorns, de meeste staan scheef door de westenwind en de onderkanten van deze struiken zijn vaak kaal gevreten door de diverse dieren, in de bosranden en in de schaduw zie je veel dagkoekoeksbloemen met hun roze-rode bloemen.

Dagkoekoeksbloem © Piet Mulder

Die met witte bloemen zijn de avondkoekoeksbloemen, ruwharig vergeet-me-nietje, rode en kleine klaver, witte dovenetel, rolklaver, duinviooltje, waardplant voor de parelmoervlinder en Japanse duizendknoop, een invasieve exoot. Deze moet je met wortel en tak uitroeien. Zandzegge is een grassoort die het zand goed vasthoudt.

Een bloeiende bosaardbei: komt veel voor op noordhellingen in de duinen © Dick Hoek

Bosaardbei, muizenoor, de naam spreekt voor zich, heggenrank en kromhals, een eenjarige plant uit de ruwbladigenfamilie. De naam dankt ie aan de kromme bloembuis. Verder zien we nog slangenkruid met het schuim van een schuimcycade.

Geelbandlangsprietmot: alleen het mannetje heeft extreem lange antennen © Dick Hoek

Een bosrandroofvlieg, leeft van andere insecten © Dick Hoek

Nog wat bijzonderheden: een bandspanner, icarusblauwtje, hooibeestje, een roofvlieg en een geelbandlangsprietmot (3x woordwaarde). We hebben met z’n allen goed geoefend om deze naam goed en vlot uit te kunnen spreken. We zien een groep van vier damherten, later een groep van zeven damherten en weer later een damhert in de schaduw van een boom.

Het was een zeer geslaagde en een zeer warme excursie. Dank aan de roergangers en dank aan de gids voor het geven van veel informatie en voor zijn aanvullingen en correcties van dit verslag en dank aan alle deelnemers.

Verslag: Piet Mulder

Even pauze in de Amsterdamse Waterleiding Duinen © Piet Mulder